Over het niet-bestaan van Gestalttherapie

In dit artikel wil ik mijn gedachten over onze grondslagen onder woorden trachten te brengen. Eventuele praktische consequenties laat ik welbewust in het ongewisse. Ik zal een aantal kernbegrippen uit de Gestalt belichten vanuit de existentieel filosofische optiek.

In de Voorgrond van februari 2011 stond een verslag van de werkgroep Subsistentie. Hierin werd de niet-bestaanbaarheid van Gestalt-therapie beargumenteerd. Het werd niet duidelijk in hoeverre deze werkgroep de opheffing van de NVAGT als serieuze optie naar voren bracht. Mogelijk dat dit schertsenderwijs bedoeld was.

Het artikel heeft mij desalniettemin aan het denken gezet over de grondslagen van de therapie zoals wij die voorstaan. In hoeverre zijn we inderdaad gericht op niet-bestaande entiteiten en welke consequenties heeft dat mogelijk voor onze presentatie van Gestalttherapie naar buiten? Het zoeken naar erkenning en vergoedingen zouden we zelfs zeer kritisch moeten bekijken.