Existentie

Existentie, afkomstig van het Latijnse woord ‘exsistere’, betekent letterlijk: ‘naar buiten treden’. Het wordt gebruikt om het bestaan als zodanig aan te duiden. Bestaan gaat vooraf aan ‘betekenisgeving’. Sartre geeft dit weer in de zin: “Onze existentie gaat vooraf aan de essentie”. Pas achteraf kunnen we betekenis toekennen aan het bestaan van iemand: “De overledene heeft een barmhartig leven geleid.” Wanneer we ons richten op onze existentie stuiten we op de tweeledigheid van ons menselijk zijn. Aan de ene kant hebben we concreet benoembare eigenschappen, maar aan de andere kant vallen we hier nooit mee samen. Het concreet benoembare duidt Sartre aan met het ‘en-soi’ (het in zichzelf zijnde) en het hier nooit mee samenvallende noemt hij het ‘pour-soi’ (het voor zichzelf uit zijnde). Ik zal in dit licht een aantal kernbegrippen van Gestalt nader beschouwen. Ik zal echter van start gaan met een begrip dat verbonden is met de existentiële filosofie maar niet voorkomt in de vocabulaire van Gestalt: ‘God’.