Heil van Gestalttherapie

Na bovenstaande filosofische beschouwing van de grondbeginselen van de Gestaltbenadering zal ik in dit hoofdstuk de praktische uitwerking belichten. Het helende van de therapie zal nader uitgewerkt worden. Een eerste aanzet zal gegeven worden voor de kritische beschouwing die in de hierop volgende hoofdstukken aan de orde komt.

Het adagium van Gestalt is: “het blijven bij het hier en nu”. De huidige ervaring staat centraal. Het vertaalt zich in aandacht voor hoe iets wordt gezegd en wat er gebeurt in het directe contact. Feitelijk gezien zijn we altijd in het hier en nu. Er is geen ontkomen aan. We kunnen onmogelijk ergens anders zijn of in een andere tijd leven. Het hier en nu is dan ook geen kenmerk van Gestalt maar van het leven zelf. Met het hier en nu wordt eigenlijk bedoeld het bewust zijn van dit gegeven. De huidige ervaring wordt gekenmerkt door wat we via onze zintuigen van de buitenwereld waarnemen aan geluiden, beelden, geuren etc. We nemen de signalen van ons lichaam waar die zich op het huidige moment aandienen. De cliënt in het hier en nu brengen is niets anders dan de focus verleggen van de woorden naar dit directe ervaren. Deze focus heet in Gestalt het gewaarzijn. Kenmerkend is dat dit een gevoel van levendigheid teweeg brengt. Als iemand bijvoorbeeld een saai verhaal vertelt kan ik afdwalen met mijn gedachten of slaperig worden. Zodra ik dit besef en het uitspreek door bijvoorbeeld te zeggen dat ik me verveel zal er levendigheid ontstaan. Het geeft vaak een onverwachte wending aan het gesprek. We kunnen er ruzie over krijgen of de verteller kan me dankbaar zijn omdat hij zelf ook kwijt was wat hij eigenlijk wilde vertellen. Deze levendigheid brengt een verandering teweeg. De aard van deze verandering is niet van tevoren bekend en vaak erg verrassend. Hierin is de heilzame werking van de Gestalttherapie gelegen. Deze werking is hoe het woord therapie in de context van Gestalt moet worden opgevat. Het is een axioma of misschien zelfs een geloofsovertuiging dat de ontwikkeling vanuit deze levendigheid heilzaam is. Het woord heil is verwant aan helen, heel of het tot een geheel maken. Met de uitbreiding van de ervaring in therapie worden we meer tot een geheel. In bovenstaand voorbeeld kan gezegd worden dat met het bewust worden van de verveling deze ervaring toegevoegd is aan het geheel. Naarmate we meer ervaren zijn we meer geheeld.

De cliënt in het hier en nu brengen is een onmogelijkheid zoals we hierboven gezien hebben. We zijn altijd en eeuwigdurend in het hier en nu. Het handelen van de Gestalttherapeut is gelegen op het vergroten van het gewaarzijn. Door te reageren op de cliënt vanuit zijn eigen gewaarzijn zal ook het gewaarzijn van de cliënt vergroot worden. De therapeut kan bijvoorbeeld zeggen dat hij geschokt is bij het horen van het levensverhaal van de cliënt. Deze laatste kan als reactie hierop meer gaan beseffen hoe ongewoon en pijnlijk het is wat hij heeft meegemaakt. Het eigen verdriet kan op zo’n moment ruimte krijgen.

Naast het uitspreken van wat hij gewaar is kan de therapeut ook iets doen om de cliënt en zichzelf iets te laten ervaren. Een dergelijke interventie noemen we een experiment. De therapeut kan bijvoorbeeld voorstellen om de onderlinge afstand wat te vergroten of te verkleinen teneinde het gewaarzijn van de spanning in het gesprek te vergroten. Cliënt en therapeut kunnen ontdekken dat een grotere afstand meer ontspanning geeft en het gesprek een stuk vlotter doet verlopen. De therapeut bevindt zich hierbij in een dubbele positie. Enerzijds is hij deelnemer aan het gesprek en onderhevig aan de heersende spanning. Anderzijds is hij op metaniveau de regisseur die de situatie aanschouwt en stuurt met reacties en experimenten om het gewaarzijn en de levendigheid te maximaliseren. Op het eerste niveau is er een open contact met de cliënt. Op metaniveau scheiden beider wegen. De therapeut is door de cliënt ingehuurd om vanuit deze positie te kijken. Net zoals een automonteur is ingehuurd om onder de motorkap te kijken. Het is een vergelijking die op het eerste gezicht verhelderend lijkt maar die een groot risico met zich mee brengt. Op grond van wat we bij de hierboven beschreven veldtheorie hebben gezien gaat de vergelijking mank. Als Gestalttherapeut kunnen we het proces niet op dezelfde wijze aanschouwen zoals een automonteur de motor. We maken onlosmakelijk deel van uit van hetgeen we aanschouwen. Hierin is een fundamentele onmogelijkheid van de positie van de Gestalttherapeut en het hierboven beschreven proces van Gestalttherapie gelegen. Dit wordt in het volgende hoofdstuk, ‘Gestalttherapeut buiten spel’, besproken. In het hoofdstuk ‘Experimenten in het water’ zal ik de hieruit voortvloeiende nadelen van het gebruik van het experiment nader belichten.